Boef zit in de cel.
Vandaag heeft hij een hoed op.
En een mantel om.
In zijn hand heeft hij een stok.
'Agent', zegt hij.
'Wie ben ik?'
'Jij bent toch Boef?' zegt Agent.
'Niet meer', zegt Boef.
'Ik ben nu Boefini,
de grote goochelaar.
En jij bent mijn publiek.
Ik ga een truc doen.'