Een 2-havo klas gaat op schoolkamp naar Terschelling. Iedereen is enthousiast, want ze gaan kamperen. De voorbereidingen voor de kampweek verlopen gesmeerd en de stemming onderweg naar Harlingen is uitgelaten. Zelfs het aan boord gaan van de veerboot verloopt vlekkeloos. Iedereen zou hen voor een voorbeeldig schoolklasje van een middelbare school hebben kunnen houden. Maar de werkelijkheid is anders. Het hele schooljaar al verziekt een groepje jongens de sfeer in de klas met allerlei pesterijen. Ze hebben het vooral voorzien op Ivo. Het is of tijdens deze kampweek alle remmen los gaan. De leraren hebben geen vat meer op de jongens.
De schrijfster legt de klas als het ware op de ontleedtafel, waarbij de onderlinge verhoudingen in de klas en het proces van pesten en gepest worden steeds duidelijker worden. De gekozen invalshoek is heel origineel. In elk hoofdstuk is een andere leerling de hoofdpersoon. Je leert de klasgenoten daardoor kennen zoals ze gezien worden door de anderen en, een voor een, ook van binnenuit. Naarmate het verhaal vordert gaan de kinderen daardoor steeds meer voor je leven. De climax grijpt je dan ook aan alsof je zelf in die klas zit.
De schrijfster legt de klas als het ware op de ontleedtafel, waarbij de onderlinge verhoudingen in de klas en het proces van pesten en gepest worden steeds duidelijker worden. De gekozen invalshoek is heel origineel. In elk hoofdstuk is een andere leerling de hoofdpersoon. Je leert de klasgenoten daardoor kennen zoals ze gezien worden door de anderen en, een voor een, ook van binnenuit. Naarmate het verhaal vordert gaan de kinderen daardoor steeds meer voor je leven. De climax grijpt je dan ook aan alsof je zelf in die klas zit.