Alfred Hitchcock was een vreemd kind. Hij was dik en eenzaam, ging gebukt onder angst en brandde van ambitie. Zijn kindertijd rook naar de geur van vis uit de winkel van zijn vader. Bang om uit zijn slaapkamer te komen, droomde hij, terwijl hij in treinboekjes snuffelde, over reizen, en hij bedacht een compleet imaginaire reis door Europa. Hoe groeide deze angstige jongen uit tot een van de grootste filmregisseurs van de twintigste eeuw? Peter Ackroyd kruipt in de huid van de man die alles probeerde te beheersen maar daar in zijn eigen leven nauwelijks in slaagde, en laat zien wat er schuilging achter de films.