Alice is een meisje van elf. Ze vindt wiskunde nutteloos, tot ze op een dag een bijzonder avontuur beleeft. Ze ontmoet een zonderlinge man genaamd Lewis Caroll, die haar meevoert naar Wiskunde Wonderland.
Tijdens haar tocht ontmoet Alice de gekste personages (het Monster van het Labyrint, de Gekke Hoedenmaker en de Maartse Haas), die haar alles leren over: het decimaal stelsel - priemgetallen - de tafels van vermenigvuldiging - even en oneven getallen - de zeef van Eratosthenes - negatieve getallen - procentberekeningen - delingen - wiskundige vergelijkingen - magische vierkanten (sudoku's) - veelvlakken en machtsverheffing.
Alice ontdekt dat wiskunde allesbehalve saai is, en helemaal niet zo moeilijk!