Toen Max Pam de energieke, eigenzinnige Alice Fuldauer voor het eerst ontmoette, was hij verbluft. Niet alleen was ze uitzonderlijk mooi, ze had ook een uitzonderlijke persoonlijkheid. Hij werd verliefd op het eerste gezicht.
Alice, de jongste dochter van een joodse psychiater en een verzetsstrijdster, groeide op in Den Dolder, waar haar vader werkte op de Willem Arntsz Hoeve. Van dichtbij maakte zij de beruchte Dennendal-affaire mee, die eindigde met de door het kabinet-Den Uyl bevolen ontruiming door de politie. Aan die gebeurtenis hield Alice een levenslange fascinatie over voor de dunne grens tussen normaal en abnormaal. Ze specialiseerde zich in de crime passionnel, interviewde in gevangenissen moordenaars en moordenaressen, en zou over die ervaringen het geruchtmakende boek Fatale liefde schrijven.
De verhouding tussen Alice Fuldauer en Max Pam was intens en zou getekend worden door bijzondere en dramatische gebeurtenissen. Ze trouwden op het strand van Australiƫ, het land waar zij het liefst had willen wonen. Twee keer kreeg zij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, wat haar onvruchtbaar en ontroostbaar maakte. Na zeven jaar huwelijk vertrok ze van de ene dag op de andere uit het huis dat ze net hadden gekocht. In de twintig jaar daarop zag Max Pam haar nog eenmaal: in het verzorgingstehuis waar zij was opgenomen met vroege Alzheimer. Ze zou maar 59 jaar worden.
Wie was Alice Fuldauer? Wat bewoog haar? In haar nalatenschap vond Max Pam de herinneringen aan hun huwelijk terug, wat hem inspireerde tot het schrijven van deze schitterende liefdesgeschiedenis, een klein eerbetoon aan een even unieke als raadselachtige vrouw, die volkomen haar eigen weg ging.
Max Pam (1946) publiceerde eerder onder meer Leviathan of Het hart in de steen, De herenclub, De armen van de inktvis, Het bijenspook, Ketter en geest en de bestseller Het ravijn.