Lente 2004. De studente Aliette Rouffanche komt na een jaar in Thailand weer thuis. Ze wordt door haar grootvader Gilles gevraagd om meteen in Londen bij een grote bank te gaan werken. Als enige overlevende van een slachtpartij in een Frans dorp wil hij wraak nemen op de familie van de SS-majoor die hij daarvoor verantwoordelijk acht. Die familie heeft enorme belangen in de banksector. En de kleinzoon van de majoor, een charismatische figuur met extreemrechtse ideeën, is kandidaat voor het premierschap in het Verenigd Koninkrijk. Hij moet worden gestopt, vindt Gilles. Hij wil dat zijn kleindochter dat doet. Zo begint een gruwelijk spel van complotten, verraad, onmogelijke liefde, financiële belangen en politiek opportunisme, tegen een achtergrond van groeiende internationale spanningen en een nakende economische crisis. Een bijzonder relevant boek, dat de verwevenheid van politiek en de financiële wereld illustreert.