Pas toen Alina tien was, vertelde haar moeder haar dat zij de dochter van Fidel Castro was. Tot op dat moment had Alina zich nooit afgevraagd waarom haar moeder zo veel contact had met de Cubaanse leider. Op haar vijftiende vertrok Alina met haar moeder, die werk toegewezen kreeg van de Commandant, naar Frankrijk, waar ze kennismaakten met het kapitalisme. Terug in Cuba zag ze de door Fidel en door het communisme veroorzaakte ellende. Tegen wil en dank werd ze beschouwd als ‘de dochter van de Commandant’.
Uiteindelijk ontvluchtte ze het communistische Cuba, afkerig van de oneerbare politiek van haar vader. In deze memoires beschrijft Alina haar eigen verhaal en dat van de Cubaanse geschiedenis door de ogen van het kind, de puber en de volwassen vrouw die zij was en is.