Nostalgische terugblik op een onbezorgde jeugd
Een kapotte knie maakt een abrupt einde aan Borsts onbeduidende voetbalbestaan. Weemoedig struint hij de amateurvelden af, op zoek naar geuren en kleuren, op zoek naar verhalen en romantiek. Ook in zijn hoofd blijft hij reizen maken, waar hij tot in detail verslag van doet.
Dertig jaar later vindt hij op een nacht Heintje, die inmiddels Hein heet en weliswaar gehuld gaat in een oranje hesje, maar niet van het Nederlands elftal. Samen bekijken ze de elftalfoto van WIA C1 uit 1974 en wisselen uit wat er van wie geworden is. Ze blijven contact houden. Op een dag komt er een onheilstijding: een ernstige ziekte zal een eind maken aan het leven van Hein.
Alle ballen op Heintje is een nostalgische terugblik op een onbezorgde jeugd.
Rond het vliegveld Laag Zestienhoven sterft het in 1972 van de kikkers. Vangen is een kunst op zich als je het met blote handen moet doen. Ronnie en Eddy hebben er moeite mee.
'Wacht,' zegt Heintje. Hij gaat doodstil langs de waterkant zitten, als een reiger spiedend naar een vis. Hij luistert waar het gekwaak vandaan komt. Plotseling duikt hij op zijn prooi. Raak. Hij stopt een vette kikker in een plastic zak die ik van hem moet vasthouden. Dat is een.
Zijn techniek van kikkers vangen intrigeert. Zijn hele wezen fascineert me vanaf de eerste minuut. Zoals hij praat, snel, met stemverheffing, met die eeuwige schijnbare verongelijktheid. Zoals hij zegt wat de anderen moeten doen, dwingend maar zonder een zweem van arrogantie. Zoals hij uitblinkt in het veld en van ons ongewild figuranten maakt. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Mijn hele jeugd zal ik naar Heintje kijken.