Hun vriendschap begon bij de ontelbare avonden in hun stamcafé, avonden die nooit ophielden. Ze raakten verslaafd aan het goede leven en de saamhorigheid. Ze wisten niet hoe of wat, maar wel dat er iedere dag iets memorabels zou gebeuren. Toen de zes mannen begin jaren negentig besloten een bierbrouwerij te beginnen in een werfkelder in Utrecht, werden ze naast vrienden ook zakenpartners. Vijfentwintig jaar later zijn ze op weg naar een boshut in Duitsland om nog één weekend samen te zijn, voordat ze het contract voor de verkoop van de brouwerij tekenen. Tijdens dit weekend reflecteren ze op de vriendschap en op het leven.
In een virtuoze stijl en in een bijzonder meeslepend wij-perspectief neemt Ronald Giphart ons mee in zes met elkaar verweven levens. Alle tijd is een uiterst giphartiaanse, vitale roman over ambitie, vriendschap en liefde.