Voor Simone Jastein zijn een losse opmerking van een groepstherapeut en een reisbrochure genoeg om zich in te schrijven voor een reis van drie maanden door de Sahara naar West-Afrika. Ze heeft geen idee waaraan ze begint. De reisgenoten, die haar verwend vinden, vallen bitter tegen en de reisleider blijkt een bullebak. Na een zandstorm die haar bijna het leven kost, besluit ze zich aan te passen. Ze raakt in de ban van de onmetelijke woestijn en later de kleurrijke jungle, die in schril contrast staan met de somberte van de kleigronden waar ze vandaan komt. Simone verandert, maar dat neemt niet weg dat naarmate de reis langer duurt en de vermoeidheid toeneemt, de onderlinge verhoudingen onder druk komen te staan. Ondertussen wordt ze verliefd op Koen Eisenga, de chauffeur die haar gedurende de hele trip op haar huid zit.
Terug in Amsterdam, ontwikkelt zich tussen hen een moeizame relatie. Net wanneer eindelijk alles goed lijkt te gaan en ze zelfs aan samenwonen denken, besluit Koen voor een hulporganisatie af te reizen naar Liberia. Impulsief als altijd volgt ze hem, een wrede oorlog in, die beiden tot het uiterste drijft en Simone voor de grootste uitdaging in haar leven stelt.