De zusjes Charlotte en Marlene Groen groeien op in het Oost-Berlijn van de jaren zestig. Ze staan heel verschillend in het leven. Charlotte is net zo’n vurig voorstander van het socialisme als hun vader Johannes, die carrière maakt op het ministerie voor Staatsveiligheid. De artistieke Marlene wordt steeds kritischer over de DDR. Net als Wieland, een domineeszoon, op wie ze stapelverliefd wordt. Het jonge stel besluit de republiek te ontvluchten. Met desastreuze gevolgen.