Ik haal een nat doekje over de vette pindakaasstrepen.
Meneer komt de keuken in. Hij zegt niks. Pakt zijn spullen en wil weglopen.
Zonder het ooit gedacht te hebben, flap ik eruit: 'Wat ís er toch met jou?
Heb je een ander of zo?' Gemeen lachend kijkt hij me aan. 'Nee dat niet.
Alleen een beetje verliefd misschien...'
...en toen gaf ze zich over. Aan een hopeloze verliefdheid. Op een
collega, de knapste van kantoor. Ze is er voor gegaan. Zonder zekerheid,
zonder garantie. Met vurige seks, ruzie, verraad, een scheiding, verdriet,
twee rechtszaken, drie verhuizingen en een ontslag tot gevolg.
Van moeder en echtgenote, naar minnares en leugenaar...
Het kan snel gaan. Lonneke van Engelen deelt in deze debuutroman het eerste deel van zeven heftige én waargebeurde jaren. Eerlijk, geestig en o
ongepolijst.
Is ze gelukkig? Heeft ze spijt? Zijn ze nog samen? Lees mee.