Je slaapwandelt niet, hè?’ Thomas schudde zijn hoofd. Hij keek de juf niet aan.
‘Heeft je moeder je geslagen?’ ‘Mijn mama slaat me nooit’, zei hij fel.
En dan fluisterend: ‘Het was Peter.’
Thomas mist zijn vader. Vroeger was hij gelukkig, maar nu wordt hij vaak opgesloten in de kast onder de trap. Hij begrijpt niet waarom en is heel bang daar in het donker.
Tot er iets heel vreemds gebeurt...