Hun namen zijn ons niet langer onbekend.
Zij die hier nu sterven hebben wij ontmoet,
schuifelend door de gang of langzaam voortgeduwd,
helder nog van geest, maar ook wel zo verward
dat één woord, steeds herhaald, hen verder dienen moet.
Wij zijn maar twee van de driehonderd mensen
die hier wonen, en weten: dit is het laatste huis.
En dat dan weer vergeten, want het leven gaat door
met reizen en bezigheden. Tot een bekende verhuist
naar het deel voor hen die ziek zijn, verlamd of dement.
Zo gaat het ons ook. Onze nieuwe gebreken
zijn nog te verdragen. Wij zijn eerder moe
en doen niet zo veel meer. Maar wij blijven onszelf,
voor ons gevoel. Wij tellen de jaren, maar niet
die gaan komen. Tot aan het eind een groot avontuur.