Als haar huwelijk uiteenvalt, staat Sadie Roper alleen voor de opvoeding van haar dochter Robin. Een onverwachte erfenis lijkt enige hoop te bieden. Haar moeder, met wie Sadie altijd een gespannen relatie heeft gehad, blijkt haar kleindochter te hebben opgenomen in haar testament. Robin erft het huis waarin Sadie is opgegroeid, samen met een hoop geld. Het huis waarvan Sadie had gezworen er nooit meer een voet over de drempel te zetten. Maar aan de erfenis hangt een voorwaarde: het geld wordt alleen uitgekeerd als Robin haar schooltijd op Ashams doorbrengt, Sadies oude school die nog regelmatig in haar ergste nachtmerries voorkomt. Maar Sadie heeft geen keuze, zonder de erfenis kan ze Robins opleiding niet betalen.
Al op de eerste schooldag blijkt dat Ashams niets is veranderd: de andere meisjes zijn aasgieren en hun moeders zo mogelijk nog erger. Robin wordt buitengesloten en vreselijk gepest. Terwijl Sadie uit alle macht probeert haar dochter gerust te stellen en het beladen politieke spelletje op het schoolplein te navigeren, wordt de sfeer steeds grimmiger. Als Sadie een dode vogel en een aan Robin gericht briefje vindt, realiseert ze zich pas echt hoe gevaarlijk de situatie is. Is ze wel in staat om haar dochter te beschermen?