Alles moet kapot is een grappig verhaal over de individuele zoektocht naar seksuele identiteit in een hevig gepolitiseerde wereld. De man die zich Rudy laat noemen (zijn echte naam komen we nooit te weten) raast tussen ontmoetingen met zijn geliefde door haast schuimbekkend door de straten van zijn stad op zoek naar het antwoord op de ultieme vragen die zijn leven onherroepelijk in een andere richting zullen stuwen.
De man die zich Rudy laat noemen (zijn echte naam komen we nooit te weten) dwaalt met schijnbare doelloosheid doorheen de straten van een Vlaamse stad. Hij begaat kleine, drieste daden, zonder daarbij een echt politiek agenda te hebben. De seks waarvoor hij niet betaalt is altijd minder waardevol dan diegene die hij heeft met Nicole, een (pre-op) transseksuele Braziliaanse vrouw. Met haar ervaart hij genot, maar hij kan er ook niet toe komen om zich volledig aan haar te geven. Is er iets meer? Kan er nog iets meer zijn in een maatschappij van cijfers en virtuele micro-identiteiten? Een vrij korte, maar hevige roman over het aanvaarden van je (seksuele) identiteit en het loslaten van de ergernis in een hevig gepolitiseerde wereld.