De teksten van Babs Gons leven en bewegen: gedichten monden uit in columns, een verhaal leest als een vers, continu vloeien vorm en inhoud in elkaar over. Telkens weer blijkt Babs met haar warme observaties lezers te raken, of ze nu spreekt over de coronacrisis, over de stad, het (stief)ouderschap, over de schoonheid van het woord ‘veerkracht’, over zomerlichamen (of juist niet), over gastvrijheid, harten die breken en/of helen, over bijzondere ontmoetingen, zomaar op straat – het is Babs’ zachte, verbindende blik die zoveel lezers aanspreekt. Tijd om haar observaties te verzamelen in een boek dat, wat er ook in de wereld speelt, leest als een geruststelling.