Tien jaar later speelt Ylva’s leven zich voornamelijk af in het donker. ’s Nachts maakt ze treinen schoon, overdag verschuilt ze zich in haar flat. Ze heeft zich neergelegd bij haar verborgen bestaan, tot ze op een dag aan haar collega vertelt dat ze een kind heeft dat ze al sinds hij een half jaar is niet meer heeft gezien. Ze kan aan niets anders meer denken: ze wil naar hem toe.
Ze trekt de ruige Noorse natuur in, op weg naar de boerderij waar ze tien jaar geleden de vader van haar kind ontmoette. De stilte van het landschap en de ontmoetingen met andere reizigers brengt boven wat ze al die tijd verborgen hield.