Het boek beschrijft de dag van de zege door de ogen van de renners. Tegelijkertijd verdiept de auteur zich in de geschiedenis van de berg, en in de mysterieuze aantrekkingskracht van de klim.
Het is bijzonder knap hoe Johan Faber precies de juiste distantie in acht neemt, waardoor identificatie met de coureurs mogelijk wordt. Op plakkerigheid en blinde adoratie is hij nergens te betrappen. Het boek gaat over de grote pijnen en de kleine pijntjes, de grote en kleine ambities. Ik houd van dit soort sportproza. Het absurde en de zinloosheid van da topsport, dat is meteen da kracht an de vitaliteit ervan. Heel mooi verwoord door Fabar. - PETER WINNEN
Johan Faber is een van de meest getalenteerde Nederlandse journalistieke schrijvers in de traditie van da grote Amerikaan Gay Talese: onthullen door te kijken. Heel goed te kijken, dat wel, met het scherpe oog van de schilder en de psycholoog. - DE MUUR