‘Dan zet ik ze weer terug aan de hemel. Voor jou.’
Toen ik jong was, was Jude McCallister de nagel aan mijn doodskist. Hij was mijn beste vriend. Mijn meest loyale bondgenoot. En de meest irritante jongen ter wereld. Op mijn achttiende veranderde de jongen die ik vol passie haatte, in de man waar ik niet zonder kon.
We waren jong. Vreselijk verliefd. Samen onoverwinnelijk.
Sterk genoeg om elke storm te doorstaan.
Arrogant genoeg om te denken dat tijd of afstand ons niet zou deren.
De dag waarop Jude’s dienstplicht erop zat en hij eindelijk thuiskwam, had een feestdag moeten zijn. Maar van de man op wie ik hopeloos verliefd was geworden, was niets meer over. In zijn plaats verscheen een vreemdeling.
Ik kan dit niet, stond er op het briefje dat ik kreeg. Het spijt me.
Nu, na zes lange jaren is Jude terug. Alleen… klopt mijn hart niet meer enkel voor hem.