Als achtergrond voor "Als de zwarte godin roept" schildert Konsalik de oneindige Afrikaanse steppe, waarin Duitse toeristen, drie mannen en een vrouw, verdwalen. De jonge, knappe architecte Veronica onderneemt met drie andere mannen een fotosafari in Afrika. Eenmaal op weg wordt hun gids geveld door een zware malaria-aanval, waardoor het groepje van vier alleen verder moet. Het duurt niet lang of ze zijn reddeloos verdwaald. Maar dan, als het water opraakt en de situatie volkomen uitzichtloos geworden is, verschijnt het volk van Urapa, een geheimzinnige negerstam, met aan het hoofd de godin en koningin Sikinika. Wreed en van een onaardse schoonheid, maar tegelijkertijd een liefhebbende moeder. De enige hoop die Veronica nog kan koesteren, is dat haar vriend Alex hen nog kan vinden. Voordat het te laat zal zijn.