In Als ik als eerste aankom schrijft Nachoem M. Wijnberg over bewegen, vertrekken, ergens anders gaan staan, naar boven en naar beneden lopen, van buiten naar binnen en weer terug. Een aantal lijnen uit vroeger werk is te herkennen: de landschappen en de seks uit Landschapsseks, de liedjes uit Liedjes, de vrijgevigheid jegens jezelf uit Divan van Ghalib. Wijnberg onderzoekt hoe het uit en thuis is in gedichten die een omweg waard zijn - en die een omweg onnodig maken.