“Voor mij is schrijven geen zelfexpressie. Ik wil mensen bereiken. Ik vind dat ik niet zo goed met mensen kan omgaan. Op papier lukt het wel.” Dat vertelde Karel Eykman ooit en hij dichtte: “Help me dan, het helpt me/als je me leest.” Karel wilde graag gelezen worden, of het nou ging om zijn gedichten, Bijbelse vertellingen of kinderverhalen. Hij wilde graag gehoord worden als hij hardop voorgedragen werd, zoals door Aart Staartjes in de tv-serie Woord voor Woord. Hij wilde graag gezongen worden, zoals in zijn liedjes uit de Blauw Geruite Kiel. Hij luisterde dan ontroerd en geloofde bijna niet dat die teksten van hem waren. Zo, met de ogen en oren van anderen, schreef Karel Eykman zijn teksten, van zijn openluchtspel over François Villon uit 1961 tot zijn laatste Bijbelbewerking: Noachs dochter, die nu postuum is verschenen. Liefhebbers van zijn werk, vrienden en vriendinnen, theologen, journalisten, dichters en schrijvers schreven samen dit eerbetoon aan deze opmerkelijke man: verlegen soms, altijd wijs, een kindervriend, dol op Bijbelverhalen, eenzaat én mensenmens. En dat alles verlucht door een van zijn lievelingstekenaars: Sylvia Weve, die zich ook uitleefde op Noachs dochter. Een boeket van woorden en beelden om hun vriend en leermeester te eren. Karel Eykman is gelezen, gehoord en gezien – hij zal niet worden vergeten.