Zijn doen en laten wordt er niet gemakkelijker op. Ook gaat in de loop der jaren zijn geweten knagen: hij vermoedt dat zijn oom meer slachtoffers heeft gemaakt en dat wellicht nog steeds doet. Freek zoekt manieren om hem alsnog tot stoppen te dwingen. Daarbij speelt hij eigen rechter, mede uit angst dat opbiechten van wat hem overkomen is toch niet geloofd wordt.
Wanneer Freek jaren later vader van een zoon is en zijn vrouw voor de tweede keer een zware behandeling ondergaat tegen kanker, krijgt hij via Facebook een vriendschapsverzoek van een oud-klasgenootje dat destijds het pispaaltje van de klas was. Wat moet zij toch van Freek? Weet zij iets over hem? Of is zij juist op de hoogte van zaken waarvan Freek géén weet heeft?