In de nieuwe bundel van Miriam Van hee zijn de verzen haast als de Russische treinen die ze beschrijft, wiegend tussen verlangen en heimwee. Daartussenin: onmacht. Van hee houdt het spanningsveld tegen het licht tussen het zoeken, het reizen, de afweging om eropuit te gaan en om thuis te blijven. Onder de oppervlakte sluimert er steeds een existentiële dreiging, een angst, een troost van de natuur en wordt geborgenheid als een illusie onderuitgehaald.