Altijd maar begraven is het meeslepende relaas van een man die zijn plaats probeert te bepalen in een verwarrende wereld, wat leidt tot een deels pijnlijk, deels humoristisch zelfonderzoek. Daarnaast biedt de roman een verrassende kijk op Oost-Europa, het vaderschap en de liefde. Het verhaal van de zoekende Woedman wordt bovendien afgewisseld met markante prozaminiaturen, geschreven door de hoofdpersoon.