Stem onder mijn bed heette de dichtbundel waarmee Esther Jansma in 1988 debuteerde. Die bundel bleef niet onopgemerkt en maakte haar meteen tot een van de grote jonge beloften in de Nederlandse letteren. Sindsdien volgden nieuwe bundels elkaar met onregelmatige tussenpozen op: Bloem, steen (1990), Waaigat (1993), Hier is de tijd (1998), Dakruiters (2000) en Alles is nieuw (2005). Tussendoor was er nog het volstrekt unieke en eigenzinnige po?tische prozaboek Picknick op de wenteltrap. Met ruim vierhonderd bladzijden zeer geconcentreerd en geraffineerd taalwerk is Esther Jansma uitgegroeid tot een van de belangrijkste en meest bekroonde dichters in de moderne Nederlandstalige po?zie. Een dichter in wier werk de werkelijkheid - maar dan in haar complexe, existenti?le volheid waarin dood, gemis en verleden even aanwezig zijn als vitaliteit, liefde en het dagelijks nu - centraal staat. Heel dat werk vormt een hechte eenheid, wat - buiten het feit dat we spreken over een schrijverschap dat al een paar decennia bestaat - reden genoeg is voor een integrale bundeling van al haar werk. In Altijd vandaag wordt het allemaal weer tegenwoordig gesteld.