Hij heeft een alleraardigste jonge vrouw en een vriend Jeremy Garnet, die middelmatige romans schrijft en zich als adjunct-directeur naar de toekomstige kippenfarm laat meetronen.
Het spreekt vanzelf dat er een lief meisje in het geding komt, ditmaal onder waakzaam toezicht van haar vader, een oude kribbige professor, en dat het verhaal een kostelijke vermenging oplevert van de meest ridicule kippenperikelen met het zoete spel der minne. De liefhebbers van Wodehouse zullen de heruitgave van dit boek met grote vreugde begroeten als een oude variant van zijn onverwoestbare genre.