De verhalen gaan over initiaties van resp. een jongen en een meisje in het leven, dat is ongeveer de enige overeenkomst. In dit verhaal keert een achttienjarige Indiaan, als wees in de stad opgegroeid, terug bij zijn stam van herkomst, waar hij zowel door deIndianen als door de negers wantrouwend bejegend wordt, zeker als hij zich ook nog bij een smokkelaarsbende aansluit. Als zijn geliefde, een zwart meisje, door de smokkelaars gedood wordt, trekt hij zich in het oerwoud terug en verandert in een levende legende.
Le Clezio, die voor een deel in Zuid-Amerika leeft, toont hier zijn sterke kant in de beschrijving van zintuiglijke sensaties en fysieke beleving van de natuur. En als geen ander heeft hij gevoel voor de buitenstaander om ras of herkomst die zijn eigen weg moet zien te gaan.