In De geur van juni brengt Arnon Grunberg twintig schitterende verhalen bijeen die ons op een nieuwe, frisse manier naar de wereld om ons heen laten kijken, afkomstig uit dat deel van Europa dat nooit erg ver weg is geweest, maar waarvan we pas sinds kort weer beseffen dat het onlosmakelijk deel uitmaakt van onze Europese cultuur. Verhalen van Poolse schrijvers als Marek Hlasko, Julian Strykowski, Slawomir Mrozek en S.L. Lec, van Tsjechische meesters als Ivan Klima, Bohumil Hrabal en Vaclav Havel en van al die anderen uit de nieuwe EU-landen. Grunberg voorzag de verhalen van een uitvoerige inleiding waarin hij aantoont dat grenzen er alleen maar zijn om onophoudelijk doorbroken en overschreden te worden.
“Behalve over de bloemlezer zegt de bundel iets over de recente Europese geschiedenis. En hoe lovenswaardig het mag zijn iets over die recentere geschiedenis te zeggen en te willen zeggen, als legitimatie voor dit boek is het me te weinig. Als literatuur roept, ‘leer het verleden kennen, lees mij,’ heeft zij zich bij voorbaat al onschadelijk gemaakt.
En het heden dan? Dat als bekend een resultaat is van het verleden, en, zoals uit deze bundel blijkt, vaak ook de gevangene ervan. Deze verhalen wrikken aan wat wij als vanzelfsprekend en onvermijdelijk beschouwen, de auteurs dwingen ons definities bij te stellen, of in opstand te komen tegen hun proza.
Maar als Angst overwint alles iets over het heden zegt, dan ongewild, toevallig en met een zekere tegenzin. Wat dit boek zeker niet wil zijn, is nieuw en hot, de bloemlezer is niet genadeloos op zoek gegaan naar de beloftes voor de toekomst. Hij heeft eerder de beloftes uit het verleden voorzichtig afgestoft.”