Het gelukkige geszinsleven van Werner Libotte wordt ruw verstoord wanneer hij een goedbetaalde baan bij zijn schoonvader verliest, zijn mooie vrouw hem verlaat en zijn zoontje omkomt bij een tragisch ongeval.
Libotte wordt nachtverpleger in een psychiatrische instelling en leert daar de schizofrene professor Kemper kennen. Deze probeert hem niet alleen te troosten, maar vertelt hem ook over een boek dat eeuwenoude explosieve informatie bevat en daarom verborgen wordt gehouden. Ondertussen heeft de politie een onderzoek naar de geheimzinnige dood van zijn zoontje gestart.
Libotte wil de waarheid weten maar wordt meegesleurd in een hallucinante zoektocht naar het geheimzinnige boek. Die zoektocht lijkt te balanceren tussen werkelijkheid en droom maar heeft bloedstollende gevolgen.