Artur Aiguader, handelaar in antiquiteiten en oude manuscripten, wordt vermoord. Hij laat zijn aangenomen zoon Enrique Alonso een oud in het Latijn geschreven manuscript na. Enrique slaat aan het vertalen omdat hij vermoedt dat dit manuscript iets met de moord op Artur te maken heeft. Het blijkt in de vijftiende eeuw te zijn geschreven door een bouwmeester van de Kathedraal van Barcelona en bevat cryptische aanwijzingen over de plaats waar een magisch voorwerp uit de joodse geschiedenis verborgen is. Enrique gaat op zoek, maar hij is niet de enige met belangstelling voor het mysterieuze object.