De schrijver van dit dagboek, de heer A.O. Barnabooth, is een verlegen jongeman van amper vierentwintig jaar, nogal mager en klein van stuk, met rossig haar en bleek gelaat. Hij is 'vermoedelijk een van de rijkste mannen van deze planeet', maar door zijn onopvallende verschijning en zijn wat onverzorgde kleding wordt hij dikwijls over het hoofd gezien.
Als dit dagboek begint, heeft de Zuidamerikaanse miljardair zojuist zijn onafzienbare bezittingen verkocht. Zijn kosmopolitisch leven als 'vrij man'' kan beginnen. Hij doet verslag van zijn reizen (wat prachtige beschrijvingen van steden en landschappen oplevert), zijn gesprekken met vrienden, zijn ontmoetingen met vrouwen en van zijn worsteling met de grote levensvragen, met zijn dromen, zijn gevoelens en zijn demonen. Een leeghoofd is hij allerminst, deze gedichten schrijvende melancholicus. Ernstige overpeinzingen worden telkens afgewisseld mer ironische terzijdes of luchtige belevenissen.
Het is een raadsel dat dit beroemde boek uit 1913 - even geestig als diepgravend - niet eerder in het Nederlands is vertaald.
Als dit dagboek begint, heeft de Zuidamerikaanse miljardair zojuist zijn onafzienbare bezittingen verkocht. Zijn kosmopolitisch leven als 'vrij man'' kan beginnen. Hij doet verslag van zijn reizen (wat prachtige beschrijvingen van steden en landschappen oplevert), zijn gesprekken met vrienden, zijn ontmoetingen met vrouwen en van zijn worsteling met de grote levensvragen, met zijn dromen, zijn gevoelens en zijn demonen. Een leeghoofd is hij allerminst, deze gedichten schrijvende melancholicus. Ernstige overpeinzingen worden telkens afgewisseld mer ironische terzijdes of luchtige belevenissen.
Het is een raadsel dat dit beroemde boek uit 1913 - even geestig als diepgravend - niet eerder in het Nederlands is vertaald.