Als dit dagboek begint, heeft de Zuidamerikaanse miljardair zojuist zijn onafzienbare bezittingen verkocht. Zijn kosmopolitisch leven als 'vrij man'' kan beginnen. Hij doet verslag van zijn reizen (wat prachtige beschrijvingen van steden en landschappen oplevert), zijn gesprekken met vrienden, zijn ontmoetingen met vrouwen en van zijn worsteling met de grote levensvragen, met zijn dromen, zijn gevoelens en zijn demonen. Een leeghoofd is hij allerminst, deze gedichten schrijvende melancholicus. Ernstige overpeinzingen worden telkens afgewisseld mer ironische terzijdes of luchtige belevenissen.
Het is een raadsel dat dit beroemde boek uit 1913 - even geestig als diepgravend - niet eerder in het Nederlands is vertaald.