Adjunct-districtsofficier van justitie Félix Chacaltana Saldívar onderzoekt een aantal moorden in Ayacucho, Peru. Félix Chacaltana heeft nog nooit iets slechts gedaan, nog nooit iets goeds gedaan, nog nooit iets gedaan wat níét is bepaald door reglementen, wetten en regels. Zijn moeder is al jaren dood, maar haar kamer thuis is voor hem een toevluchtsoord. Zijn vrouw heeft hem verlaten en hij is eenzaam, al leert hij een serveerster kennen in een morsig restaurantje en gloort er door haar weer voorzichtig licht aan de horizon. Maar de gruwelijke moorden nemen hem steeds meer in beslag en gaan onder zijn huid zitten. Het nepbloed dat gebruikt wordt tijdens Semana Santa in Ayaucho waar de Heilige Week op vrij gewelddadige wijze wordt gevierd vermengt zich met het echte bloed van de slachtoffers en Félix Chacaltana maakt kennis met onvervalste horror. En die horror houdt zich niet aan het burgerlijk wetboek.