Als Nieuwsuur-verslaggever Jan Eikelboom op 19 januari 2011 aankomt op het vliegveld van Tunis, wordt direct zijn camera in beslag genomen. Toch slaagt hij er in om het land binnen te komen, om verslag te doen van de revolutie die daar in volle gang is. Het blijkt het begin van wat inmiddels de Arabische Lente wordt genoemd: na Tunesië gaan ook in Egypte, Libië, Bahrein, Syrië, Jemen en tal van andere Arabische landen burgers de straat op om hun rechten te eisen. Hoewel de ene revolutie succesvoller blijkt dan de andere, wordt begin 2011 wereldgeschiedenis geschreven.
Jan Eikelboom is er als ooggetuige bij. Hij staat in wolken traangas op het Tahrirplein, trekt op met de Libische rebellen en bezoekt Sidi Bouzid, de Tunesische stad waar het allemaal begint, als een wanhopige fruitverkoper zichzelf in brand steekt. Zijn boek is een verslag uit de eerste hand van gebeurtenissen die de Arabische wereld definitief zullen veranderen – en waarvan de echo’s ook in het Westen nog lang zullen doorklinken.
Arabische Lente heeft de toon die ook Eikelbooms televisiereportages kenmerkt: inhoudelijk, menselijk, met
een scherp oog voor detail, geschreven in een lichtvoetige, toegankelijke stijl.
Jan Eikelboom is er als ooggetuige bij. Hij staat in wolken traangas op het Tahrirplein, trekt op met de Libische rebellen en bezoekt Sidi Bouzid, de Tunesische stad waar het allemaal begint, als een wanhopige fruitverkoper zichzelf in brand steekt. Zijn boek is een verslag uit de eerste hand van gebeurtenissen die de Arabische wereld definitief zullen veranderen – en waarvan de echo’s ook in het Westen nog lang zullen doorklinken.
Arabische Lente heeft de toon die ook Eikelbooms televisiereportages kenmerkt: inhoudelijk, menselijk, met
een scherp oog voor detail, geschreven in een lichtvoetige, toegankelijke stijl.