Salah ad-Din, of Salardin, zoals de Franken hem noemen, was een koerd, een zoon van een veracht volk, maar toch werd hij sultan van Egypte en Syriƫ. Hij verenigde de volgelingen van Allah, heroverde Jeruzalem en dreef de kruisvaarders naar de kust. Hij streed tegen koning Richard Leeuwenhart. Saladin was een groot man, de grooste die ik ooit gekend heb, maar toen ik hem voor het eerst ontmoette, was hij nog maar een mager jongetje... - uit De kronieken van Yahyda al-Dimashq
Zo begint het verhaal van twee vijanden die door het lot bij elkaar gebracht worden en van een vriendschap die de toekomst van het Heilige Land zal bepalen. Wanner het leger van de kruisvaarders in 1148 voor de muren van Damascus staat wordt John, een jonge Saks, gevangengenomen en tot slaaf gemaakt.
Hij wordt gekocht door Yoessoef, een tenger, sullig jongetje, voor de prijs van een paar sandalen. Schuchtere Yoessoef zal opgroeien tot de krijger Saladin, bijgenaamd 'de Arend'; John zal zijn jonge meester eerst de vechtkunst bijbrengen, alvorens hij terugkeert naar het Westen om de koning van Jeruzalem en daarna koning Richard zelf te dienen.
Van spectaculaire veldslagen tot de politieke manoeuvres van het hof van de corrupte kruisvaarders, van de bloederige zwaardgevechten tot de verfijnde islamitsche levensstijl; in het eerste deel van deze buitengewone trilogie wordt de geschiedenis van de grootste leider die het Midden-Oosten heeft gekend in kaart gebracht.