Arend had nooit geboren mogen worden. Al vanaf zijn eerste levensdag kent hij geen vreugde, geen geluk en geen thuis. Hij is daarenboven te groot, te zwaar, te lelijk en vooral te veel. Eenmaal uitgegroeid tot een te dikke kleuter komt Arend in aanraking met de buitenwereld. Op straat wordt hij nagestaard, op school wordt hij gepest en uitgelachen. Het liefst wil hij vleugels hebben zodat hij kan vliegen als de vogels, boven iedereen uit. Arend beschrijft de zoektocht van een kind naar zichzelf, naar begrip, naar liefde.
‘Een nieuwe literaire sensatie.’ – HP/De Tijd
‘Arend is een wonderschone roman: compact, beheerst, spannend, fantastisch, schokkend, en ten slotte ontroerend.’ – Monica Soeting, de Volkskrant
‘Een nieuwe literaire sensatie.’ – HP/De Tijd
‘Arend is een wonderschone roman: compact, beheerst, spannend, fantastisch, schokkend, en ten slotte ontroerend.’ – Monica Soeting, de Volkskrant