De twaalfjarige Aru Shah woont samen met haar moeder in het Museum van Indiase Oudheden. Om aansluiting te vinden op school heeft ze de neiging de waarheid een klein beetje te verdraaien – en te verfraaien. Haar moeder heeft haar op het hart gedrukt nooit de vervloekte lamp van Bharata aan te steken, maar wanneer Aru haar klasgenoten ervan wil overtuigen dat ze geen leugenaar is, heeft ze geen keus. En inderdaad, ze sprak de waarheid, maar daardoor heeft ze nu wel een slapende demon wakker gemaakt die alles en iedereen wil vernietigen. Aru blijkt een van de Pandava-broers van haar generatie te zijn: vijf helden uit het hindoe-epos de Mahabharata. Ze moet de Slaper stoppen, samen met een bedeesd maar moedig meisje dat ook een Pandava is en met een sarcastische duif – en hopelijk ook met een beetje hulp van de goden.
'Aru is een hoofdpersoon die, ondanks haar leugens, zowel vertederend grappig als zelfbewust is ("Misschien droegen superhelden daarom helemaal geen capes, maar veiligheidsdekens. Omdat de wereld redden eerlijk gezegd best eng is."). Bovenal is Chokshi wijs genoeg om Aru het hindoeïsme te laten ervaren, in plaats van het uit te leggen. Met Aru aan het roer, voelt deze achtbaan door de hindoeïstische cultuur nooit geforceerd of complex, maar in palats daarvan als een nieuw soort mythe.' The New York Times
'Als je mijn boeken graag leest, durf ik al mijn oreo's erom te verwedden dat je Aru Shah fantastisch vindt!' Rick Riordan