Een fotoalbum waarin geboorte, school, bruiloft, werk en ziekte netjes gedocumenteerd zijn - nee, dat is niet de bedoeling, zó gaat hun leven er nooit uitzien, beloven de vrienden elkaar. De zes jongens en meisjes wonen in een oud huis dat van Frieders grootvader is geweest. Het 'Auerhaus', zoals de dorpelingen zeggen, omdat de scholieren de hele dag 'Our House' van Madness luisteren en zingen.
De vrienden wonen hier met één doel: het leven van hun depressieve vriend Frieder redden, die maar beter wat mensen om zich heen kan hebben. En het leven, zo ontdekken ze allemaal, blijkt een stuk ingewikkelder dan gedacht, nu ze op zichzelf wonen. Elke dag weer opstaan, ontbijt maken, afwassen, badminton spelen, geld verdienen, op het eindexamen voorbereiden, en, vooral, níet het leven van hun ouders leiden.
De verteller is druk bezig met het omzeilen van de dienstplicht, Frieder verzint de meest avontuurlijke smoesjes als hij weer met volle zakken in de dorpssuper wordt betrapt, en Harry moet zijn opleiding als elektricien afmaken in plaats van bij het station rondhangen. Waar eindigt de jeugd, en wat komt er dan?
Bov Bjerg, schrijver en cabaretier, heeft een 'bewonderenswaardige all-age-roman geschreven, die van de volwassen lezer de scholier maakt die hij ooit was of wenste te zijn' (aldus het jubelende panel van het Literarisches Quartett). Met daarin al die grote vragen, waar wij levenslang mee worstelen. Maar ze zijn gesteld op zo'n manier, dat je er onmiddellijk een goed humeur van krijgt.