'Augustusland' is een poëtisch geschreven verhaal over medisch falen, haat, jaloezie, opportunisme, botsende artistieke opvattingen in de museumwereld en pogingen te overleven tijdens een zomer waarin werkelijk alles tegenzit. Ook volgt de lezer bij tijden een mysterieuze wandelaarster door een niet minder mysterieuze landstreek. Vijftien jaar later kijkt de hoofdpersoon op dit alles terug vanuit een onbestemd gevoel van rouw en gemis waar hij al vertellend steeds meer inzicht in verwerft.
Deze zorgvuldig uitgesponnen confrontatie tussen broosheid en slechtheid, tussen een man die op het punt staat alles te verliezen en een vijandig werkklimaat, mondt uit in een roman die een wezenlijke verdieping van Gellings' schrijverschap betekent.