Waar Renate Rubinstein verscheen was er reuring. Vanaf 1961 maakte zij furore met de stukken die zij onder de naam Tamar in Vrij Nederland publiceerde. Of deze nu gingen over haar liefdesleven, het gemis van haar in de oorlog vermoorde vader, de moeilijke relatie met haar moeder, het koningshuis, het feminisme of kattenliefde: ze getuigden altijd van een autonome geest. Ze schreef openhartig over haar Joodse wortels, haar pijnlijke scheiding en over haar ziekte ms. En zelfs postuum veroorzaakte Rubinstein nog ophef met het boek Mijn beter ik, over haar geheime relatie met Simon Carmiggelt, ‘de meest getrouwde schrijver van Nederland’.