Beate is een jonge weduwe die vijf jaar na het overlijden van haar man plotseling bevangen wordt door de drift van het bloed. En dat in een tijd waarin vrouwen niet eens geacht werden seksuele gevoelens te koesteren! Het overkomt haar als een ziekte, zo ziet ze het zelf. Tijdens een zwoele zomer aan een bergmeer ziet zij in al haar mannelijke vrienden en kennissen potentiële partners. Tegelijk zet haar zeventienjarige zoon zijn eerste schreden op het amoureuze pad. Beates hunkering leidt haar ver over de grenzen van het betamelijke. Met een verbluffend psychologisch inzicht en veel milde humor beschrijft Arthur Schnitzler de gevoelens van zijn vrouwelijk hoofdpersonage. De novelle Beate en haar zoon werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1913 en veroorzaakte meteen ophef: katholieke critici spraken een banvloek uit. Door een vreemd toeval is deze klassieke novelle nooit in het Nederlands vertaald. Met deze uitgave wordt na 105 jaar in ons land deze literaire lacune opgevuld.
Arthur Schnitzler (1861-1932) was de belangrijkste Oostenrijkse schrijver van het fin de siècle.