Colonel is knap, lief en gezellig. Hij is trouw, sportief, toegewijd en bescheiden. En als hij niet een hond maar een man zou zijn, zou Maggie Beaumont onmiddellijk met hem trouwen. Helaas: waar ze het met haar huisdier niet beter had kunnen treffen, wil het met de mannen absoluut niet lukken. Steeds wordt ze verliefd op de verkeerde, steeds wordt ze teleurgesteld.
Wat het nog moeilijker maakt, is dat haar perfecte tweelingzus wel een perfecte man en een perfecte dochter heeft, en dat haar moeder haar steeds aan dat feit herinnert. Maggie besluit het heft in eigen hand te nemen en op zoek te gaan. Er moet toch een menselijke Colonel bestaan? Een man die aardig is, die ook naar een gezin verlangt, die naar haar wil luisteren en zijn gevoelens met haar wil delen?
Maar dan wordt ze (heerlijk!) gekust door Malone. Stugge, zwijgzame, norse Malone. Nee hè, weer de verkeerde?
Dit verhaal is eerder verschenen.