Hotz was dé grote ontdekking van De Arbeiderspers in de jaren zeventig van de afgelopen eeuw. Hoewel het werk van deze briljante stilist een onvervangbare plaats in de Nederlandse literatuur bezit, was over zijn leven tot nu toe weinig bekend. De verschijning van deze brieven, de enige die na zijn dood bewaard zijn gebleven, brengt daar verandering in.
We zien de toekomstige winnaar van de P.C. Hooftprijs aan het werk terwijl hij zijn weg nog zoekt in het literaire landschap. Zijn oom Herman Kunst, een in muziek en literatuur geïnteresseerde chemicus, onderkent het schrijftalent van zijn bescheiden neef en stimuleert hem. De brieven die ze elkaar schrijven zijn geestig, ontroerend én serieus: het gaat immers om Hotz' levensbestemming, het schrijven.
De correspondentie, die de jaren 1945-1978 omspant, documenteert de wording van een bijzonder schrijverschap, de intrede van een buitenstaander in de literaire wereld en werpt licht op de persoon achter de schrijver Hotz, die zijn particuliere leven zorgvuldig afschermde, een leven dat niet gespeend was van drama en tegenslag. Hotz' onbevangen beschrijvingen van collega-schrijvers, critici en uitgevers maken 'Een beetje levensbestemming' tot een even vermakelijk als onthullend portret van de literaire coterie van dit tijdsgewricht.
Aleid Truijens is journalist en literair criticus. Over F.B. Hotz publiceerde zij 'Over verhalen van F.B. Hotz', De Arbeiderspers 1981, en 'De God van Hotz', De Arbeiderspers 1998.
Henri E. Schütte, schoonzoon van Herman Kunst, is emeritus hoogleraar radiologie.