hoofdmotieven vóór tolerantie zoals die
zich in de loop van de geschiedenis hebben
gemanifesteerd, tegenover religieuze
intolerantie, staatsterreur en groepsdwang.
We moeten hierbij bijvoorbeeld denken
aan vrijheid van godsdienst en denken
versus geloofsdwang en fanatisme; politieke
vrijheid versus alleenheerschappij; en
gelijke rechten van minderheden versus
discriminatie. Kees Schuyt betrekt in zijn boek
de belangrijkste teksten over tolerantie en
hun nog immer inspirerende actualiteit, van
Erasmus, Coornhert en Castellio via John
Locke, Voltaire en de Schotse verlichting
tot en met de negentiende eeuw van Mary
Wollstonecraft en John Stuart Mill, en de
twintigste‑eeuwse filosofen Hannah Arendt
en John Rawls.
Overal waar tolerantie in woord en daad
wordt uitgeoefend, stuit die praktijk op de
vraag naar het ondraaglijke, op het niet meer
te verdragen leed dat mensen kan worden
aangedaan in hun onderlinge verhoudingen
en dat burgers vaak moeten doorstaan in
theocratische en/of totalitaire regimes. In de
slotbeschouwing van zijn belangrijke boek
plaatst Schuyt het eigen geweten tegenover
elke vorm van totalitarisme.