Als de vijftienjarige Antonij op zaterdagochtend aankomt op het nog gesloten kerkhof waar hij een bijbaantje heeft, ontdekt hij een man die in een grafsteen aan het hakken is. De beitelaar reageert afhoudend wanneer de jongen hem daarop aanspreekt, maar Antonij laat zich niet afschrikken. Integendeel. Hij voelt zich aangetrokken tot de man en blijft toenadering zoeken.
Amper drie uur later treffen agenten op dezelfde plek een pedojager aan die neergestoken is met een beitel. Antonij krijgt de opdracht zo gedetailleerd mogelijk te vertellen wat er gebeurd is. Hij doet zijn best om de beitelaar vrij te pleiten. Maar allengs wordt duidelijk dat zijn verklaring niet volledig is. Wat verzwijgt hij?