Meermaals bewees Bart Koubaa dat hij zowel tergend spannende verhalen kan schrijven als romans waarin behendig wetenschappelijke en taalkundige kwesties worden aangesneden. In "De sleutel" volgen we de belevenissen van meneer De Vries, fabrieksdirecteur op rust. Hij leidt een gezapig leventje. Sinds de dood van zijn vader gaat hij elke dag naar het bos om insecten te verzamelen die hij onder de microscoop bestudeert. Als ook zijn moeder sterft, blijft hij alleen in het ouderlijke huis achter. Tijdens een van zijn expedities in het bos wordt hij door een hond gevolgd. Meneer De Vries ontfermt zich over het dier. Tot hij op een ochtend de sleutel van zijn fietsslot niet vindt... Demonen uit het verleden komen hem bestoken. Zelfs de verteller van zijn verhaal blijkt een oude bekende... Nawoord: DIrk Leyman