Het regende maar, het regende maar... en Bello zat onder een kar.
Hij wipte met zijn staart, hij hield zijn kop een beetje schuin: Hij keek, hij luisterde..., hij jankte zacht.
'Jan, waarom kòm je niet?'
'Jan, waarom laat je me zo alleen?'
Bello jankte zacht.
Maar niemand luisterde naar hem.
Zo begint dit verhaal over Bello, de kleine hond, die door zijn domheid terecht komt in een vreemde stad, opgenomen wordt in een deftig huis waar hij helemaal niets mag en die steeds meer verlangt naar zijn baasje Jan.
Eindelijk vinden zij elkaar terug. Maar dan....