Er is reeds het romantisch elysisch verlangen in merkbaar dat zo kenmerkend zou worden voor zijn latere poëzie. Zijn sterke verlangen naar een andere, diepere werkelijkheid, verwoordt hij met behulp van beelden die aan Keltische mythen zijn ontleend. In prachtige bewoordingen beschrijft hij het eiland der gelukzaligen, symbool voor de wereld buiten ruimte en tijd, en de zee en de wind, eveneens mythische symbolen.
Hoog geeft Roland Holst op van de dichterlijke roeping, omdat zij getuigt van deze gedroomde werkelijkheid. Om zich geheel aan die roeping tekunnen wijden, leidde de dichter in de jaren dat 'De belijdenis van de stilte' ontstond een teruggetrokken bestaan. Uit deze cyclus spreekt dan ook een sfeer van eenzame vervoering en afkeer van aardse banden.