In september 1904 kondigde Louis Couperus als zijn 'groote idee voor het volgende jaar' een roman aan over de Romeinse keizer Helegabalus. Zijn uitgever, L.J. Veen, kreeg de primeur, omdat Couperus geen voorpublicatie in een tijdschrift wilde: voor 'fatsoenlijke lezers' waren de zeden van Helegabalus niet geschikt. Maar hij zou het niet 'te erg' maken en denken aan zijn Nederlands publiek.
Deze historische roman kreeg als titel De berg van licht. Couperus beschreef de hoofdpersoon Helegabalus als 'een vrouwelijke ziel in een bizonder schoonen mannelijken vorm(...). Hij was geniaal, en artiest in alles wat hij deed. Hij is de laatste weerschijn van de Antieke (Egyptisch-Chaldeeuwsche) Wijsheid'. Voor deze uitgave is de tekst gebruikt van de wetenschappelijke editie van de Volledige Werken van Louis Couperus.